's-Bosch. Bezocht de Illustre School te 's-Bosch. Studeerde medicijnen te Utrecht (geen imm.). Imm. Leiden 10 februari 1662 (medicijnen, 26 jaar). Promoveerde daar 25 oktober 1662 tot M.D. op „de Febre quotidiana intermittente”. Gedoopt (prot.) 18 maart 1634; zoon van Jan, raad der stad. Huwde met de dochter van de Bossche schepen Hendrick van Schrieck. Werd in 1664 aangesteld tot praelector aan de Illustre School te 's-Bosch. Doceerde daar antomie en fysica. Vertrok in 1667 naar de Spaanse Nederlanden. In 1673 vermeld als geneesheer te Keulen. Overleed daar 1 december 1700.ASL, 495; BLU, III, 297; Sassen, St. 's-Bosch, 36; Sassen, Hoogl. 's-Bosch, 213-215 | 268 |
Zou na zijn eerste opleiding aan de Illustre School te Den Bosch onder Fl. Schuyl (1619-1669) volgens zijn eigen getuigenis aan de Hogeschool te Utrecht door Henricus Regius (1598-1679) en IJsbrand van Diemersbroeck (1609-1674), aan die te Leiden door Fr. dele Boe Sylvius (1614-1672) in theorie en praktijk van de geneeskunde zijn onderwezen. In het Album Studiosorum van de Utrechtse Hogeschool komt echter zijn naam niet voor. Te Leiden is hij 10 februari 1662, onder opgave van een leeftijd van 26 jaar, als student in de geneeskunde ingeschreven, met het oog op zijn promotie, die 25 october 1662 aldaar plaats had op een Disputatio de febre quotidiana intermittente (Lugd. Bat., 1662), bestaande uit 17 stellingen in de geest van de chemiatrische school van dele Boe Sylvius. Naar Den Bosch teruggekeerd, werd hij 15 januari 1664 op verzoek van de Bossche chirurgijns aangesteld tot "praelector" aan de Illustre School, om onderwijs te geven in de anatomie. Hoewel in de raad tegen deze benoeming een heftig verzet was gerezen, werd hem nog in hetzelfde jaar 1664 ook het onderwijs in de physica opgedragen. In 1667 heeft Donckers zijn ambten neergelegd en is hij vertrokken naar de Spaanse Nederlanden. De eerstvolgende jaren daarna is zijn spoor niet meer te volgen. Pas in 1686 vinden wij hem terug, en wel te Keulen, waar hij, zoals dan blijkt, zeker al sinds 1673 als praktiserend geneesheer gevestigd moet zijn geweest, en in een uitvoerig werk, Idea febris petechialis, het bewijs levert van zijn kennis en kunde op medisch gebied, ten einde van het stadsbestuur de door een recente stedelijke verordening geëiste toelating tot de uitoefening van de geneeskunde ter plaatse te verkrijgen.
| 36 |
Donckers, zelf zoon van de raad der stad Den Bosch Johan Donckers (tot 1642), was gehuwd met een dochter van de schepen (1659-1664) Hendrik van Schrieck.
GESCHRIFTEN: Disputatio medica inauguralis de febre quotidiana intermittente, diss. Leiden, Lugd. Bat., 1662; ldea febris petechialis, sive tractatus de morbo puncticulari, speciatim de eo, quo annis abhinc XIII Colonia ejusque viciniae afftictae fuere, Ludg. Bat., 1686.
LITTERATUUR: ABW, IV, 261; Velingius, 42; Hermans, 15; De Haas, 126-127; Sassen, Wijsg. Ond. 's-Hert., 39-44; Molhuysen, Bronnen III (1918) 297x; J . Banga, Geschiedenis van de geneeskunde en van hare beoefenaren in Nederland, Leeuwarden, 1868, 703, n. 3; Chr. G. Jöcher, Gelehrten-Lexicon, Ergänzungsband, I I, Nachdruck der Ausgabe Leipzig, 1787, Hildesheim, 1960, 739.
| 37 |
M. de Haas, Bossche scholen van 1629 tot 1795 (1926) 126, 127, 264
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 389
P.C. Molhuijsen (e.d.), Bronnen tot de geschiedenis der Leidse Universiteit (1919-1924) III. 297
Kees van den Oord, Scolae de Buscho 1274-1999 (1999) II.103
G. du Rieu (ed.), Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae MDLXXV-MDCCCLXXV (1875) 495
F.L.R. Sassen, 'Levensberichten van de hoogleraren der Illustre School te 's-Hertogenbosch' in: Varia Historica Brabantica III (1969) 213-215
Ferd. Sassen, Studenten van de Illustre School te 's-Hertogenbosch 1636-1810 (1970) 36-37